Adequaat gebruik
Om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in faunaschade moet een grondgebruiker
zelf zoveel mogelijk doen om faunaschade te voorkomen of te beperken. Als er een ontheffing of
vrijstelling beschikbaar is, moet je minimaal op twee verschillende dagen per week één van onderstaande acties (laten) uitvoeren.
Deze acties moeten zijn uitgevoerd op het geheel van de
percelen die onderdeel uitmaken van de tegemoetkomingsaanvraag die je hebt gedaan bij BIJ12, en dus niet per perceel. BIJ12 controleert de registraties vanaf de datum waarop de constatering
van de schade is gedaan, tot de datum van de eindtaxatie. Dit wordt ‘toetsing op adequaat gebruik’
genoemd.
De onderstaande registraties in FaunaSpot tellen mee in de toetsing op adequaat gebruik. Deze
kun je vinden in de FaunaSpot app en als volgt invullen:
Registratie van afschot door de jager
- Kies in FaunaSpot Afschot / diersoort en aantal
Registratie van verjagen van dieren op het perceel door de jager
- Kies in FaunaSpot Verjagen / bejaagd / schot gelost, nul resultaat
- Kies in FaunaSpot Verjagen / bejaagd / geen schot gelost (op het moment dat er
wel ganzen zijn, maar je deze niet binnen schootsafstand hebt kunnen krijgen)
Registratie dat er geen ganzen aanwezig zijn door agrariër of jager
- Kies in FaunaSpot Weren / perceel bezocht (wanneer er geen ganzen aanwezig
zijn)
De maatregelen moeten zijn uitgevoerd op de schadepercelen of 200 meter daaromheen. Indien er maatregelen in FaunaSpot geregistreerd worden die niet op de schadepercelen of 200 meter daaromheen zijn uitgevoerd, tellen deze niet mee voor de controle op adequaat gebruik voor de betreffende aanvraag. Let op: het gaat hier dus om het geheel van de schadepercelen binnen één tegemoetkomingsaanvraag en dus niet voor elk perceel apart.
Wanneer de aangeleverde gegevens onvoldoende zijn, wordt een grondgebruiker via e-mail door BIJ12 in de gelegenheid gesteld aanvullende gegevens aan te leveren voordat er een besluit wordt genomen. |